
Sloopwerkzaamheden aan de Henri Faasdreef te Leidschenveen. Hier komen tijdelijk portacabins van het Leger des Heils. Foto: Jan van Es
Tijdelijke huisvesting aan Henri Faasdreef kost meer tijd
Enige tijd geleden is er vanuit de gemeente Den Haag het besluit genomen dat er in Leidschenveen een tijdelijke locatie aan de Henri Faasdreef komt voor de huisvesting van mensen met de status Beschermd Wonen, met multi-problematiek op gebied van psychiatrie en verslaving, alsmede voor een aantal ‘economisch daklozen’, die wachten op een eigen woonplek.
Er zouden hierover digitale informatiebijeenkomsten georganiseerd worden, die tot nader orde zijn uitgesteld omdat de gemeente aangaf meer tijd nodig te hebben om de plannen voor deze locatie in te vullen. Ondertussen is gebleken dat veel bewoners zich zorgen maken omtrent deze huisvesting. Bewonersorganisatie Leidschenveen (BOL) vindt het belangrijk dat bewoners goed geïnformeerd worden en gehoord worden voor wat betreft de zorgen die leven. BOL heeft daarom vragen aan de gemeente gesteld en daarop reactie gekregen van (de woordvoerder van) wethouder Bert van Alphen (van Sociale zaken, Integratie, Stadsdelen, Armoedebestrijding en Maatschappelijke opvang).
1. Waarom is er voor Leidschenveen gekozen en dan specifiek de locatie aan de Henri Faasdreef?
‘Er is een acuut tekort aan opvang- en woonlocaties voor zorgdoelgroepen. De locatie aan de Henri Faasdreef is gekozen omdat deze beschikbaar is en geschikt. Samen met verschillende instanties - o.a. Leger Des Heils, vastgoedeigenaren en zorginstellingen - zoekt de gemeente door de hele stad naar tijdelijke en structurele oplossingen voor huisvesting. De plekken worden zorgvuldig onderzocht (bestemmingsplan, (brand)veiligheid, financiële haalbaarheid en ligging t.o.v. voorzieningen). Bij een besluit wordt vooraf wel afgestemd met politie, OM en openbare orde veiligheid (de driehoek).’
2. Om welke groep mensen gaat het specifiek die gehuisvest gaat worden en bestaat er de mogelijkheid dat er overlast voor de wijk te verwachten valt?
‘Het gaat om een groep van 70 tot 100 kwetsbare mannen en vrouwen die nu bij het Leger des Heils wonen. Zij hebben een ‘beschikking begeleid of beschermd wonen’. Het gaat om 24-uursopvang waarbij structuur, geborgenheid, veiligheid en huiselijkheid centraal staan. Alle bewoners hebben een persoonlijke begeleider en is er dagbesteding. Wij realiseren ons dat deze tijdelijke woonlocatie impact kan hebben op de omwonenden. Rondom de locaties wordt alles zo georganiseerd dat de overlast voor de bewoners en omgeving tot een minimum wordt beperkt. Als bewoners ondanks alle maatregelen toch overlast ervaren, dan vragen wij omwonenden hier melding van te doen bij de beveiligers of de begeleiders ter plaatse.’
3. Is bekend of er eerder met deze groep overlast is ervaren rond de bestaande locatie in de Molenwijk en zo ja, om welke overlast gaat het in deze?
‘Ja, bewoners van de Molenwijk in Den Haag hebben destijds soms overlast ervaren. Daar sluiten wij onze ogen niet voor. Tegelijkertijd moeten we ons realiseren dat we met heel veel mensen in een grote stad wonen en dat overlast soms nu eenmaal voorkomt, in alle geledingen van onze maatschappij. Wat in elk geval helder moet zijn, is dat wij onacceptabel gedrag uiteraard niet tolereren, van niemand.’
Het standpunt van BOL is dat het begrijpt dat een (tijdelijke) locatie voor deze mensen nodig is, ofschoon BOL noch de bewoners vooraf gekend zijn in de besluitvorming. Deze huisvesting moet uiteraard niet tot overlast leiden voor de wijk en zijn bewoners. Belangrijk hierbij vindt BOL dat het toezicht op de locatie, de begeleiding van bewoners en beveiliging op en om het terrein 24/7 aanwezig zijn. BOL volgt de ontwikkelingen op de voet en blijft in goed contact met de gemeente. BOL heeft de gemeente verzocht de (digitale) informatiebijeenkomsten op afzienbare termijn te organiseren, zodat bewoners vragen kunnen stellen.